Terug naar het overzicht

Aansprakelijkheid bij sport en spel, zo werkt het

Verwachte leestijd: 4 minuten

Stel, in de roerige tweede helft van een pot voetbal word je het slachtoffer van een bikkelharde tackel van je tegenstander. Was hij domweg te laat of was het een doelbewuste actie om je met een beenbreuk het veld uit te werken? Of stel, tijdens de massasprint van een wielerwedstrijd wijkt een van je concurrenten veel te ver van zijn lijn af, waardoor jij valt en met ernstig letsel naar de eerste hulp moet. Of stel, tijdens een fanatiek potje padel ben jij je tegenstander te slim af. Uit kwaadheid slaat hij de bal weg. En die bal stuitert zo in je oog. Niet opzettelijk, wel ontzettend lomp. Want nu heb je ernstig oogletsel.

Zomaar een aantal voorbeelden van letsel dat je kunt oplopen in sport- en spelsituaties. En waarvan je je kunt afvragen of de veroorzaker aansprakelijk is voor de schade. Maar hoe werkt dat eigenlijk: aansprakelijkheid bij sport en spel?

aansprakelijkheid bij sport en spel

Sport- en spelsituaties

In sport- en spelsituaties ligt de drempel voor aansprakelijkheid hoger dan in het ‘normale’ aansprakelijkheidsrecht. Met andere woorden, niet elke fout, onhandigheid of overtreding leidt tot aansprakelijkheid. De gedachte hierachter is dat deelnemers aan een sport of een spel eigenlijk al een bepaalde mate van gevaar accepteren. Sommige sporten, zoals kickboksen en karten zijn nu eenmaal gevaarlijk. Bovendien kun je in sport- en spelsituaties (tot op zekere hoogte) gevaarlijke, ondoordachte, slecht getimede of slecht gecoördineerde handelingen verwachten.

Maar voordat je toekomt aan de vraag of de ander aansprakelijk is of niet, moet eerst de vraag worden beantwoord of er wel sprake was van een sport- of spelsituatie. Bij de in de inleiding genoemde voorbeelden is dat wel duidelijk. Maar hoe zit dat bij recreatief wielrennen of skiën, of bij een crosstraining in de gym? En hoe zit het met letsel dat in de rust of na afloop van een wedstrijd is toegebracht?

In de rechtspraak is bepaald dat het antwoord op de vraag of er sprake is van een sport- of spelsituatie afhangt van de omstandigheden van het geval. Daarbij is een aantal factoren van belang:

  1. De aard van de activiteit
    Gaat het om een georganiseerde wedstrijd of een competitieve situatie waarin spelregels zijn afgesproken? Dan is er al snel sprake van een sport- en spelsituatie. Maar is er sprake van een recreatieve activiteit, zoals een fietstocht? Dan is er meestal geen sprake van sport of spel en geldt het reguliere aansprakelijkheidsrecht.
  2. De plaats van de gedraging
    Hoe verder de gedraging van de baan, het veld of het sportterrein is verwijderd, hoe minder snel er sprake is van een sport- of spelsituatie. Heb je dus letsel opgelopen in de kleedkamer of op het parkeerterrein? Dan zijn meestal de reguliere aansprakelijkheidsregels van toepassing.
  3. Het moment waarop de gedraging plaatsvindt
    Ditzelfde geldt voor het moment waarop de gedraging plaatsvindt. Hoe verder dit moment afligt van het fluitsignaal of het einde van de wedstrijd, hoe kleiner de kans dat er sprake is van een sport- of spelsituatie.

Op zoek naar praktijkvoorbeelden? Lees dan: Wanneer is nog sprake van een sport- of spelsituatie?

Aansprakelijkheid bij sport en spel

Zodra je weet of er sprake was van een sport- of spelsituatie, kom je toe aan de vraag of de ander ook onrechtmatig heeft gehandeld. En dus aansprakelijk is voor de schade. Ook hier is een aantal factoren van belang, zoals:

  1. De aard van de activiteit
    Gaat het om een gevaarlijke sport, zoals kickboksen? Of om een partijtje biljarten? In het algemeen geldt: hoe gevaarlijker de activiteit, hoe meer risico je als deelnemer hebt aanvaard en hoe minder ruimte er is voor aansprakelijkheid.
  2. De spelregels
    Heeft de ander de spelregels overtreden? Dan maakt dit de gedraging niet automatisch onrechtmatig, maar het weegt wel mee. Hierbij geldt: hoe grover de overtreding en hoe belangrijker de regel, hoe meer ruimte er is voor aansprakelijkheid. Vaak laten rechters hier ook het oordeel van de scheidsrechter of tuchtcommissie meewegen.
  3. De kans dat er letsel zou optreden
    Lag het voor de hand dat het slachtoffer door de gedraging letsel zou oplopen, terwijl het slachtoffer de gedraging niet hoefde te verwachten? Dan is er meer ruimte voor aansprakelijkheid.
  4. De mate van eigen schuld bij het slachtoffer

En hoe zit het met toeschouwers?

In sport- of spelsituaties is niet vereist dat je zelf deelnemer was. Ook als toeschouwer kan je een ander aansprakelijk stellen voor jouw schade. Wel hangt het dan van de omstandigheden van het geval af of de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel geldt.

Ben je toeschouwer bij een honkbalwedstrijd en raakt de slagman een bal verkeerd, waardoor jij wordt geraakt? Dan zal aansprakelijkheid minder snel worden aangenomen dan wanneer je als toeschouwer bij een voetbalwedstrijd wordt aangevallen door de coach van de tegenpartij.

Lees ook: Aansprakelijkheid van sportverenigingen en organisatoren

Conclusie

Aansprakelijkheid in een sport- of spelsituatie wordt minder snel aangenomen dan in het ‘normale’ leven. Of iemand aansprakelijk is hangt vaak af van de omstandigheden van het geval, zoals de aard van de activiteit, de spelregels, de gedraging en de mate van eigen schuld bij het slachtoffer.

Heb je vragen over aansprakelijkheid bij sport en spel? Ben jijzelf gewond geraakt of ben je juist aansprakelijk gesteld? Neem dan gerust contact met mij op, ik help je graag.

Terug naar het overzicht

Zoek je een sportrecht advocaat?

Neem contact op met mr. Colin Burger om vrijblijvend jouw juridische vraag of uitdaging te bespreken. Bel 06 47 134 696 of mail naar colin@magnussportslaw.nl